Voorafgaand aan het onderzoek naar de nieuwe economie deed ik een klein vooronderzoek. Vooral bedoeld om het speelveld af te grenzen. En een van de vragen die ik stelde was: “waar loop je als organisatie tegenaan als je natuur, samenleving en economie een even grote stem in je ondernemen wilt geven?” Uit vijftien interviews bij zes verschillende organisaties kwamen tal van voorbeelden tevoorschijn.
Natuurlijk vroeg ik ook hoe ze die problemen met de ‘kennis van nu’ hadden kunnen voorkomen. Uit al die antwoorden ontrolde zich een beeld van drie generieke capaciteiten die een randvoorwaarde voor succes in de nieuwe economie lijken te zijn:
1. Het hebben van een moreel kompas
2. Veerkrachtig zijn
3. Omgevingsgevoelig zijn
In dit verhaal werk ik dit morele kompas wat verder uit.
Weten wat je wilt en doen wat je wilt
Wat vaak mis gaat is, dat de goede intenties waar men mee begint verwateren in de dagelijkse praktijk. African Parks bijvoorbeeld is een organisatie die natuurbeheer wil combineren met economische ontwikkeling in de omgeving van haar parken. Elk project dat ze oppakken begint met het herstellen van de natuur. De bedoeling was om van daaruit verder te bouwen naar de economie. Dat blijkt in de praktijk lastig. Met de kennis van nu zouden ze van begin af aan de economie actief meegenomen hebben in de opbouw van de parken. Ze hadden het wel bedacht maar niet in hun aanpak verweven, niet consequent in hun DNA gebouwd. En wat blijkt; dat wat je er niet vanaf het begin instopt, komt er later alleen met heel veel extra moeite weer of niet uit.
In de organisatie van Festival sur le Niger, een kunst en theaterevenement, bedoeld om de sociale en economische ontwikkeling van de Segou en de regio te stimuleren, laten ze hun waarden en intenties bepalend zijn voor elk detail in hun aanpak; vanaf dag één. En dat zie je terug in de aanpak en in het resultaat. In alles wat je ziet en meemaakt gedurende het festival voel je de kracht van de regio, de mogelijkheden die de mensen hierdoor krijgen, en het potentieel aan ontwikkeling, de belofte die dit in zich heeft.
Plannen of waarden
Waar het African Parks misschien veel energie kost om de beoogde combinatie van doelen ook echt te realiseren, lijkt het in Segou bijna als vanzelf te gaan.
Dat heeft te maken met de kracht van het morele kompas van Festival sur le Niger. Het is zeker niet zo dat in Segou een plan van aanpak lag dat tot in de details was uitgewerkt. Juist niet. Elke volgende stap ontstond als het ware uit de vorige.
African Parks werkt veel planmatiger: er is een projectplan, de stappen zijn beschreven, specialisten zijn ingehuurd en de contracten met de overheid getekend. Je zou denken dat je het goed combineren van verschillende doelen daarmee onder controle hebt. En toch blijkt dat niet waar. Natuurlijk helpt het, maar het is misschien niet het belangrijkste.
Als ik door alle onderzochte projecten heen kijk dan kom ik op dit moment tot twee elementen die onontbeerlijk zijn voor succes:
1. Expliciet zijn in je morele kompas
2. Weten waarin je onvoorwaardelijk wilt zijn.
Door je morele kompas: de uitgangspunten, de intentie of de waarden van waaruit je handelt te benoemen en duidelijk met je omgeving te communiceren, baken je een speelveld af. Zo geef je de bandbreedte aan waarbinnen je wilt handelen, wilt organiseren en waaraan je wilt bijdragen.
Hoe explicieter een initiatief of een organisatie zich uitspreekt, hoe makkelijker het is om elke actie, elke handeling, al het beleid steeds weer te toetsen aan de basis van waaruit je werkt. Door er woorden aan te geven maak je je intentie toetsbaar, voor jezelf en voor je omgeving. Intern en extern kun je gehouden worden aan waar je voor staat.
Expliciet zijn maakt een dialoog over het alignement in wat je doet en wat je wilt mogelijk.
Het is die toetsbaarheid en dialoog die je intenties borgen.
Daarnaast is het van belang om op basis van die explicietheid ook te weten waar je onvoorwaardelijk in bent. Waar liggen de grenzen. Waar wil je niet op inleveren, waar wil je geen compromissen meer sluiten. Of anders gezegd: waar wil je net zolang aan sleutelen en zoeken tot het echt goed zit. Waar investeer je in; in tijd, moeite, creativiteit, energie en geld omdat het van wezens belang is voor je organisatie en voor de realisatie van je intentie. In datgene waar je onvoorwaardelijk in wilt zijn, ben je dat vanaf de eerste dag tot de laatste minuut, op alle terreinen en in alle situaties. Het wordt deel van je DNA. Het is die onvoorwaardelijkheid die zorgt dat je aandacht niet verslapt, dat je bewust en onbewust steeds bezig bent datgene te doen waar je werkelijk voor staat. Het zorgt voor de verinnerlijking van je intenties in alle handelingen en bij alle partijen.
In de Malinese cultuur is het van oudsher gebruikelijk dat je door de gemeenschap gestuurd en aangesproken wordt op je intenties. Als je afwijkt van de waarden waarmee je begint, zullen de mensen die je steunen je daar op aanspreken. In de Westerse samenleving zijn andere vormen denkbaar om die waarden te borgen, zoals mensen in het bestuur benoemen als hoeders van die waarden.
Het hebben van een helder moreel kompas kan helpen, om flexibel en adaptief te zijn waar het kan en onvoorwaardelijk te zijn op de punten waar dat je dat niet wilt. Het houdt je op koers en maakt het voor de omgeving mogelijk om bij te dragen, je te helpen én je aan te spreken. Om samen te zoeken naar wat wel en niet klopt.
Het morele kompas geeft aan waar je bruggen moet slaan en waar je alleen moet gaan. Het morele kompas is de gemeenschappelijke grond waar je je organisatie op bouwt en het is je gids en anker in de ontwikkeling van de organisatie door de jaren heen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten