zondag 7 april 2013

Patronen

Op dit moment geef ik leiding aan een groep professionals. Zij doen onderzoek naar de dynamiek van ontwikkeling in de samenleving. Hun manier van onderzoeken is heel exploratief. Dat wil zeggen dat ze heel open kijken naar wat zich voordoet en dat zij geleid door hun verwondering blijven zoeken, totdat zij in de wirwar van het alledaagse zien hoe ontwikkeling in een samenleving vorm krijgt. Ik vind het prachtig wat ze doen. Maar net zoals thuis bij de loodgieter de kranen lekken en de afvoer verstopt blijft, zo is de ontvankelijkheid die deze mensen buiten kenmerkt, binnen vaak ver te zoeken.
Te veel patronen en gewoontes staan in de weg om nog open en vrij te kijken naar elkaar en naar elkaars werk. En in plaats van elkaar te versterken hebben de meesten zich op hun eigen veilige eiland terug getrokken. Niet omdat ze dat zo fijn vinden, maar omdat het nu eenmaal zo geworden is.
Vanuit mijn verwondering stel ik hen vragen en doe ik suggesties voor hoe het anders zou kunnen. Zo geeft ik bij voorbeeld aan dat het belangrijk is om samen projecten binnen te halen zodat meer ruimte ontstaat voor interessanter werk en voor investeringen. Later komt een aantal mensen daar op terug: “Waarom ik wil dat zij alleen maar hele grote projecten binnen halen? Daar hebben ze niet veel ervaring mee en het past helemaal niet bij het soort onderzoek dat zij doen”. Kortom het lijkt hen geen goed plan. Mijn verbaasde reactie leidt tot wederzijdse verbazing. “Was dat dan niet mijn bedoeling” informeren ze daarop. “Nee in het geheel niet” zeg ik, “Ik zie eerder een mozaïek aan projecten voor me die samen een puzzel leggen die weergeeft waar jullie goed in zijn”.
Als ik met hen onderzoek waar hun beeld vandaan komt, dan blijkt algauw dat de onzekerheid om van het eiland af te komen mijn suggesties en vragen vervormt tot veelkoppige monsters. Reden om mijn strategie te verbreden. Door naast verwondering over de situatie en veronderstellen wat zou kunnen werken, in dezelfde beweging ook handelen toe te voegen. Door denken en handelen aan elkaar te verbinden verkort je de tijd en daarmee de kans om onzekerheid te laten uitgroeien tot onoverkomelijke bezwaren. En je ervaart meteen wat wel en niet werkt.  Zo ontstaat ruimte in het denken en doen. In die ruimte kan zich een speelveld ontwikkelen waar verschillende mensen, met verschillende vaardigheden langs verschillede spelpatronen met elkaar kunnen werken. Want een vastzittend patroon vervang je niet door een nieuwe routine maar door het creëren van bewegingsvrijheid waardoor een grote variatie aan manieren van werken naast en met elkaar bestaansrecht hebben en toegevoegde waarde kunnen creëren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten